van scharnier
Met een
scharnier
worden twee elementen
draaibaar met elkaar verbonden, zo draait bijvoorbeeld een
draairaam
in het
raamkozijn.
Het meest voorkomende scharnier heeft twee platte plaatjes, de
bladen (ook wel 'bledden' genoemd). Deze worden meestal
vastgeschroefd
aan de smalle kant van deur of raam aan de ene kant en aan het kozijn aan de andere kant.
Door de in de bladen
gesoevereinde
gaten te boren, dat wil zeggen met schuine zijden,
kunnen schroeven met
verzonken kop
gebruikt worden, zodat van het scharnier in
de gesloten toestand de bladen vlak op elkaar passen.
Het blad heeft aan één kant de holle
leden,
waar de
pen
van het scharnier doorheen past. De leden vormen met deze pen de
knoop.
Het holle pijpje kan gevormd worden door gerold zijn, gevouwen of geboord.
Om de leden vlak tegen elkaar te laten sluiten, is bij de
knier
(of 'bochtscharnier')
het lid haaks omgezet en het wordt dan in een gleuf in deur of kozijn gestoken. Enkele spijkertjes
volstaan dan om het voor goed op zijn plaats te houden. Het valt echter niet meer te demonteren.
Dat ligt anders bij het
scharnier met geknikt blad:
ook daarvan is het blad omgezet,
maar het blijft, net als het blad van een gewoon scharnier, in het zicht.
Tekst: Jean Penders (02-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders